Interview | Samenwerken over de grens

ProRail en Deutsche Bahn werken samen om een snellere treinverbinding tussen het Nederlandse Groningen en het Duitse Bremen te realiseren: de Wunderline. Dit ambitieuze project gaat echter gepaard met de nodige uitdagingen. De Nederlandse en Duitse spoorwegnetwerken verschillen niet alleen op technisch gebied aanzienlijk van elkaar, maar ook culturele verschillen spelen een rol. Projectmanagers Jiska Kazius-van der Meulen (ProRail) en Sandra Hoffmann (Deutsche Bahn) vertellen voor welke uitdagingen ze staan.

Op de foto: Sandra (links) en Jiska (rechts)

Hetzelfde, maar toch anders

Projectmanagers Jiska en Sandra hebben dezelfde functietitel, maar of ze elkaar ook regelmatig spreken? Eigenlijk niet. Hoe dat komt? “De Deutsche Bahn heeft een andere structuur in de organisatie", vertelt Sandra. "Ik werk met acht andere teamleden met elk hun eigen vakgebied. De ene persoon houdt toezicht op de bovenbouw, een ander op de seinen, de volgende op de brugconstructie, een ander op de milieukwesties, enzovoort. Ik sta boven hen en ondersteun waar ik kan.”

Jiska's functie gaat daarentegen meer de breedte in. Als projectmanager werkt ze met haar teamleden, bureau’s en aannemers aan diverse spoorprojecten: “Ik werk ook voor andere projecten van ProRail, bijvoorbeeld station Groningen Suikerzijde en de reactivering van Veendam - Stadskanaal.”

Technische verschillen

Het Nederlandse en Duitse spoor verschillen op technisch gebied behoorlijk van elkaar. Denk aan de spoorstaven, de metalen rails waar trein op rijdt en de bevestiging aan de dwarsliggers, de balken die de spoorstaven ondersteunen. Sandra: “In Nederland worden de kabels bijvoorbeeld in de grond begraven, terwijl ze in Duitsland betonnen kabelgoten bouwen waarin de kabels boven de grond worden gelegd.

 

“Het is heel belangrijk dat de Nederlandse en de Duitse aannemers goed met elkaar overleggen. Een verschillende moedertaal maakt dat niet altijd makkelijk." - Jiska Kazius-van der Meulen

 

Ook is het treinbeveiligingssysteem (de bediening van de seinen) anders. De technische uitdaging is om een overgang te maken die beide systemen kan bedienen en om daarbij niets te vergeten. “Het treinbeveiligingssysteem is wat mij betreft de grootste uitdaging”, vult Jiska aan. “Het is heel belangrijk dat de Nederlandse en de Duitse aannemers hierover goed met elkaar overleggen. Een verschillende moedertaal maakt dat niet altijd makkelijk. De voertaal is een combinatie van Engels en Duits en we moeten elkaar wel volledig begrijpen. Daarom dubbelchecken we alles.”

Alle partners om tafel

Maar de verschillende talen zijn zeker niet de enige uitdaging in het project. Sandra: “Voor mij zit de uitdaging er vooral in om alle partners om de tafel te krijgen. We werken met 10, 11 aannemers op één bouwplaats. En dan moeten wel alle neuzen dezelfde kant op staan. We moeten echt samenwerken om problemen op te lossen.”

Jiska: “Bij ons is dat makkelijker. Wij werken met één aannemer. Daarbij horen wel meerdere onderaannemers. Mijn uitdaging zit ‘m in de verschillende factoren waar we rekening mee moeten houden. Zo hebben we te maken met omwonenden, is er een groot budget te bewaken en is de poelkikker op één locatie aanwezig. Dit is een beschermde diersoort waar we speciale maatregelen voor moeten treffen.”

Groot speelveld

Bij een spoorsamenwerking tussen twee landen stuit je soms ook op culturele verschillen. Jiska: “Ik denk dat Nederlanders wat meer open zijn over de uitdagingen die we tijdens het project tegenkomen. Het is in Nederland normaler om over problemen te praten zonder al direct een oplossing op tafel te hoeven leggen. Bij onze Duitse collega's voel ik het wel aan als er problemen zijn, maar ik hoor er eigenlijk pas over als de oplossing al bekend is.”

Sandra: “Wij hebben ook veel meer stappen binnen een beslissingsproces, wat soms intensief kan zijn. Vaak moeten er standaard processtappen worden doorlopen voordat er een besluit kan worden genomen.” Volgens Jiska is dat in Nederland inderdaad minder strikt. “Ik heb het gevoel dat ik een groot speelveld heb waar ik eigen keuzes kan maken met mijn projectteam.”

 

“Mijn grootste mijlpaal tot nu toe is dat we écht inmiddels begonnen zijn met bouwen, we kunnen nu niet meer terug maar gaan vooruit." - Sandra Hoffmann

 

Mijlpalen in het vooruitzicht

Sandra: “Mijn grootste mijlpaal tot nu toe is dat we écht inmiddels begonnen zijn met bouwen, we kunnen nu niet meer terug maar gaan vooruit. We zijn in Duitsland al in 2023 begonnen aan het traject Ihrhove-Friesenbrücke. Het volledige traject moet in 2025 klaar zijn.”

Jiska: “Als het werk aan Nederlandse kant af is, zit ik zeker in die eerste trein van Groningen naar Leer!” Ook Sandra gaat die verbinding uitproberen. “En ik kijk ernaar uit dat de Friesenbrücke straks open is. Die is al sinds 2015 kapot door een aanvaring met een vrachtschip.” Jiska: “Ja, om die open te zien gaan wordt heel bijzonder.”

Bier en braadworst

Hoe het gevierd wordt als de eerste trein straks over het hele traject, inclusief de Friesenbrücke, rijdt? “Met bier en braadworst”, lacht Sandra. Jiska: “Waarschijnlijk wordt het gecombineerd met een feestje met alle stakeholders, en dat zijn er bij dit project echt heel veel. Het zou leuk zijn om met iedereen een taartje te eten en een biertje te drinken!”