Terugblik stuurgroep Wunderline en bijeenkomst netwerk Ketenmobiliteit

De Wunderline stuurgroep en de bijeenkomst van de bestuurders van netwerk Ketenmobiliteit vonden 15 juni plaats in de Eisenhütte in Augustfehn. Staatssecretaris Frank Doods (Niedersachsen, voorzitter), gedeputeerde Melissa van Hoorn (provincie Groningen), burgemeester Cora-Yfke Sikkema (Gemeente Oldambt), Landrat Matthias Groote (Landkreis Leer) en vertegenwoordigers van Bremen, Deutsche Bahn, ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat uit Den Haag waren bij de stuurgroep aanwezig om over de toekomst van de Wunderline te praten.

Wunderline met overstap in Leer
Eind 2024 zal de Wunderline tussen Groningen en Bremen gaan rijden, met overstap in Leer. Er is onderzoek gedaan of er in de toekomst een directe treinverbinding tussen Groningen en Bremen mogelijk is, dus zonder deze overstap. De resultaten zijn besproken met de stuurgroep en de conclusie is dat dit op korte termijn (binnen 3 jaar) niet mogelijk is. Opties voor de lange termijn worden nog onderzocht. Ook met overstap in Leer zorgt de Wunderline eind 2024 voor een kortere reistijd van 17 minuten tussen Groningen en Bremen. Na afronding van deze fase gaan we door met verdere versnelling en kwaliteitsverbetering van de treinverbinding.

Kracht van de regio Bremen tot Groningen gebundeld in het netwerk Ketenmobiliteit
In de middag was het tijd voor de bijeenkomst van het netwerk Ketenmobiliteit. Een uniek netwerk, van 20 Nederlandse en Duitse gemeenten, samen met vervoersorganisaties ZVBN, VEJ, OV-Bureau Groningen-Drenthe en de deelstaat Niedersachsen en de provincie Groningen. Een treinverbinding in landelijke gebieden is met name aantrekkelijk als het station goed bereikbaar is en verschillende vervoersmiddelen van en naar de stations logisch op elkaar aansluiten. En wanneer het station een aangename plek is om te verblijven. Met deze speerpunten houdt het netwerk zich bezig. De ervaring leert dat grensoverschrijdende uitwisseling met de vervoersorganisaties en bestuurders zorgt voor een kruisbestuiving van ideeën en structurele samenwerking op het gebied van mobiliteit in het algemeen. Daarnaast maakt een sterk netwerk het makkelijker om financiering te krijgen, bijvoorbeeld uit Brussel, Berlijn en Den Haag.